allosaurus
allosausus
Allosaurus
is een geslacht van grote vleesetende theropode dinosauriers, behorend tot de groep van de carnosauria dat tijdens het late Jura, 150 miljoen jaar geleden, leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika en portugal
Toch was hij niet héél zwaargebouwd en hij kon vermoedelijk hard rennen. Hij was warmbloedig en had erg goede longen die hem een groot uithoudingsvermogen gaven. Het kan zijn dat de jongen door een primitief verenkleed warm gehouden werden maar de volwassen dieren hadden in ieder geval een geschubde huid. Allosaurus liep op zijn achterpoten. Het lichaam werd in evenwicht gehouden door een lange staart. De voorpoten waren kort maar droegen wel krachtige klauwen aan hun drie vingers. Hij had een beweeglijke nek met een vrij kleine langwerpige kop die lichtgebouwd maar toch stevig was. Daarin stonden lange rijen kleine gekromde tanden, waarmee hij prooidieren kon verwonden.De geleerden zijn het er niet over eens of Allosaurus intelligent genoeg was om zo samen te werk Allosaurus is het grootste bekende landroofdier uit het Jura en daarom een van de bekendste dinosauriërs, die vaak in boeken en films voorkomt. Vroeger werd hij daarin fout afgebeeld met een opgerichte houding en een over de grond slepende staart. In het echt werden rug en staart horizontaal gehouden. De eerste fossielen van Allosaurus werden vermoedelijk in de jaren zestig van de negentiende eeuw ontdekt bij middle park in colarado. Op den duur kwamen ook meer complete fossielen boven water die een veel beter beeld van het dier gaven. In 1883 vond Marshall P. Felch voor Marsh bij Garden Park een bijna volledig skelet dat de basis kon vormen voor een veel nauwkeuriger beschrijving. In de jaren zestig nam het aantal bekende Allosaurus-fossielen explosief toe door het uitgraven van de Cleveland-Lloyd Dinosaur Quarry in utah. Een enorme hoeveelheid losse dinosauriërbeenderen was hier opeengehoopt; meer dan tienduizend zijn er geborgen. De meeste behoorden aan Allosaurus fragilis waarvan minstens 46 individuen aanwezig waren, van jong tot oud. De schedel van Allosaurus is een lichte maar stevige constructie, iets langer dan een tiende van de totale lichaamslengte, terwijl die verhouding bij een robuustere vorm als Tyrannosaurus op een achtste ligt. Van de schedel wordt het grootste gedeelte van het volume ingenomen door luchtholten en het gewicht wordt verder verminderd door grote schedelopeningen: behalve de oogkas, vooraan de fenestra antorbitalis en het neusgat en achteraan de slaapvensters. Die holten en vensters werden bij het levende dier grotendeels gevuld door spieren die dus, anders dan bij zoogdieren. Allosaurus is in de 150 miljoen jaar oude lagen van de Morrisonformatie teruggevonden in een relatief beperkte zone in het midden van de Verenigde staten Het is waarschijnlijk dat hij in een veel ruimer gebied voorkwam maar hij had vermoedelijk geen wereldwijde verspreiding. De habitat in Amerika had een warm en droog klimaat met duidelijk droge en natte seizoenen. Een schaars begroeide vlakte was doortrokken van kleine rivieren aan de oevers waarvan de plantengroei wat weelderiger was. Deze vegitatie bestond uit varens.